Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 februari 2024 in de zaak tussen
[naam 1] B.V., te [plaats 1] (de onderneming)
de minister van Economische Zaken en Klimaat
Procesverloop
Overwegingen
TVL-regeling Q1 2021 dat, voor de vaststelling van de subsidie, de onderneming centraal staat en niet de fiscale eenheid waar deze onderneming toe behoort. Zo moet de onderneming een inschrijving hebben in het handelsregister met een specifieke SBI-code (zie artikel 2.2.1, tweede lid, onderdelen c en d van de TVL-regeling Q1 2021) en moet het omzetverlies aangetoond worden met aangiften omzetbelasting en, als dat niet mogelijk is, door middel van de financiële administratie (zie artikel 2.2.10, tweede lid, TVL-regeling Q1 2021). Dit alles wijst erop dat de minister ervoor heeft gekozen om voor de bepaling van het omzetverlies uit te gaan van de individuele onderneming en niet van de fiscale eenheid.
[naam 3] BV, [naam 4] B.V en [naam 5] B.V. Deze ondernemingen hebben alle een eigen inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Dat betekent volgens de minister dat iedere onderneming separaat een aanvraag moet indienen om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming. Achtergrond van deze systematiek is om te voorkomen dat dezelfde omzet in meerdere aanvragen wordt gebruikt. Dat volgens de onderneming geen sprake is van misbruik in haar situatie doet daar niets aan af. Nu alleen de onderneming een aanvraag heeft ingediend, is alleen haar omzet relevant voor het bepalen van het omzetverlies. Uit de stukken volgt dat de omzet van de onderneming in Q1 2019
€ 0,- bedraagt en de omzet in Q1 2021 € 2.819,68. Er is geen sprake van omzetverlies, maar van een omzetstijging. De onderneming voldoet hiermee niet aan het vereiste minimum van 30% omzetverlies, waardoor zij niet in aanmerking komt voor een subsidie op grond van artikel 2.2.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de TVL-regeling Q1 2021.
(Q1 2019) nihil was. Dat dat komt doordat (binnen de fiscale eenheid) aan de onderneming de vaste lasten worden toegerekend, is een (bedrijfsintern) boekhoudkundig uitgangspunt dat voor de verlening van een TVL-subsidie niet relevant is. De minister heeft dan ook terecht geconcludeerd dat de onderneming niet voldoet aan het vereiste van een omzetverlies van ten minste 30%.