ECLI:NL:CBB:2023:642
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van subsidieaanvraag op basis van omzetverlies in het kader van COVID-19 steunmaatregelen
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 november 2023, betreft het een geschil tussen een ondernemer en de minister van Economische Zaken en Klimaat over de vaststelling van een subsidie op basis van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). De ondernemer had een subsidie aangevraagd voor het vierde kwartaal van 2020, maar de minister had deze vastgesteld op € 0,- en het eerder ontvangen voorschot van € 9.486,- teruggevorderd, omdat de ondernemer niet voldeed aan de eis van ten minste 30% omzetverlies.
De ondernemer was het niet eens met de berekening van de omzet door de minister, die was gebaseerd op de aangifte omzetbelasting. De ondernemer stelde dat de facturering niet altijd overeenkwam met de prestaties en dat de omzetcorrecties niet waren meegenomen. De minister verdedigde zijn standpunt door te stellen dat de TVL geen ruimte biedt voor afwijkingen van de aangifte omzetbelasting, tenzij de Belastingdienst de aangifte als onjuist beschouwt.
Het College oordeelde dat de minister terecht de subsidie op € 0,- had vastgesteld. De omzetgegevens van de Belastingdienst waren leidend en de ondernemer voldeed niet aan de vereisten voor subsidieverlening. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er werden geen proceskosten vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van de omzetgegevens zoals gerapporteerd aan de Belastingdienst in het kader van de TVL-regeling.