ECLI:NL:CBB:2023:531
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boetes voor vangletsel bij kuikens en de naleving van de Wet dieren
In deze zaak heeft de vennootschap, als houder van pluimvee, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die de opgelegde boetes van € 4.500,- voor vangletsel bij kuikens heeft bevestigd. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit had de vennootschap twee boetes opgelegd omdat zij niet zorgde voor de naleving van de voorschriften met betrekking tot het behandelen van de dieren. De rechtbank oordeelde dat de minister bevoegd was om deze boetes op te leggen, en dat de rapporten van bevindingen van de toezichthouder voldoende bewijs boden voor de overtredingen. De vennootschap betwistte de bevindingen en stelde dat het letsel mogelijk tijdens het vervoer of in het slachthuis was ontstaan, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de minister terecht had vastgesteld dat het letsel door het vangen was veroorzaakt. De vennootschap voerde aan dat de hoogte van de boetes gematigd moest worden, maar het College oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de vennootschap werd in het ongelijk gesteld.