ECLI:NL:CBB:2023:454
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek niet-ontvankelijk vanwege onredelijk late indiening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 29 augustus 2023 uitspraak gedaan over een herzieningsverzoek van [naam] met zaaknummer 21/1147. Dit verzoek betreft de herziening van een eerdere uitspraak van 1 september 2016, waarin het College het beroep van [naam] tegen beslissingen over spoedbestuursdwang en kosten ongegrond verklaarde. Tevens werd het beroep tegen kostenbesluiten van 19 november 2014 en 11 juni 2015 niet-ontvankelijk verklaard.
[naam] heeft op 14 augustus 2018 een herzieningsverzoek ingediend, maar dit werd op 6 november 2018 niet-ontvankelijk verklaard omdat het verzoek meer dan een jaar na de oorspronkelijke uitspraak was ingediend. Het verzet tegen deze uitspraak werd op 21 mei 2019 ongegrond verklaard. Op 29 september 2021 diende [naam] een tweede herzieningsverzoek in, dat op 9 augustus 2023 werd behandeld.
Tijdens de zitting voerde [naam] aan dat hij niet als houder van de honden kan worden aangemerkt en dus niet aansprakelijk is voor de kosten van hun opvang. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelde echter dat het verzoek om herziening onredelijk laat was ingediend. Het College concludeerde dat het herzieningsverzoek niet-ontvankelijk is, omdat het bijna vijf jaar na de oorspronkelijke uitspraak was ingediend, wat in strijd is met de termijn van een jaar die geldt voor dergelijke verzoeken.
De uitspraak van het College is openbaar uitgesproken op 29 augustus 2023, waarbij de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.