Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 augustus 2023 in de zaak tussen
Stichting Het Drentse Landschap, te Assen (de Stichting),
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(gemachtigden: mr. A.H. Spriensma en mr. M. Leegsma).
Beheerboerderijen Het Drentse Landschap B.V., te Assen (de B.V.),
(gemachtigden: [naam 1] en [naam 2] ).
Procesverloop
Overwegingen
artikel 2:334a van het Burgerlijk Wetboek (BW) de (biologische) Limousinrunderen en drie van de UBN’s verkregen van de Stichting. De Stichting is enig aandeelhouder van de B.V. De Stichting heeft op 19 mei 2016 bij de minister via een zogenoemd ‘Formulier melding overdracht of beëindiging agrarisch bedrijf’ de overdracht van drie UBN’s aan de B.V. per 13 mei 2016 gemeld.
6.2 Volgens de minister is er geen aanleiding voor het toekennen van een schadevergoeding omdat het bestreden besluit rechtmatig is.
8 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:920), 6 juli 2021 (ECLI:NL:CBB:2021:715) en
28 februari 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:88). Overigens kon een overgang hoe dan ook nog niet aan de orde zijn, nu de afsplitsing al voor 1 januari 2018 heeft plaatsgevonden. Ook artikel 33 van de Msw, op grond waarvan bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat ingeval van een bedrijfsoverdracht het op het bedrijf rustende productierecht wordt verlaagd met een bij de maatregel vastgesteld percentage, leidt niet tot afroming. De algemene maatregel van bestuur is immers niet vastgesteld. Bovendien is met artikel 33 van de Msw kennelijk niet beoogd te voorzien in gevallen als deze, omdat het artikel op grond van het vijfde lid niet van toepassing is op een verkrijging van een bedrijf onder algemene titel.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de minister op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 354,- aan de Stichting te vergoeden;
€ 837,-.
in aanwezigheid van mr. M.G. Ligthart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2023.