In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam 1], h.o.d.n. [naam 2], en de minister van Economische Zaken en Klimaat. De zaak betreft de intrekking van een subsidie die was verleend op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten startende MKB-ondernemingen COVID-19 (SVL). De minister had op 28 juni 2021 een subsidie van € 19.321,56 vastgesteld voor [naam 2], maar trok deze op 29 juli 2021 in, met terugvordering van het bedrag, omdat [naam 2] volgens de minister niet voldeed aan de voorwaarden van de SVL. Het College oordeelde dat de minister de subsidie ten onrechte had ingetrokken. Het College stelde vast dat [naam 2] op het aanvraagformulier naar waarheid had ingevuld dat de eenmanszaak voor het eerst was ingeschreven in 2017, maar dat de inschrijving van het foodcafé op 26 november 2019 wel degelijk binnen de doelgroep van de SVL viel. De minister had niet kunnen aannemen dat [naam 2] wist of behoorde te weten dat het vaststellingsbesluit kennelijk onjuist was. Het College herstelde de situatie door het intrekkingsbesluit te herroepen en de subsidie alsnog toe te kennen. Tevens werd de minister veroordeeld in de proceskosten van [naam 2].