Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 april 2022 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
[naam 2] en [naam 3] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R. Kuiper.
[naam 2] en [naam 3] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Herczog.
Op 3 juli 2014 heeft appellante een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een ligboxenstal. Deze vergunning is op 8 oktober 2014 verleend.
7 stuks jongvee jonger dan 1 jaar en 33 stuks jongvee van 1 jaar en ouder.
€ 37.981,-.
De enkele redenering dat productiebeperkende maatregelen voorzienbaar waren, wat appellante betwist, is onvoldoende om een beroep op een onrechtmatige inbreuk op het eigendomsrecht ongegrond te verklaren.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- bepaalt dat ter voorbereiding van een nadere uitspraak op het verzoek om schadevergoeding het onderzoek wordt heropend;
- bepaalt in het kader van dit onderzoek dat appellante uiterlijk vier weken na de dag van verzending van deze uitspraak de gelegenheid heeft de door haar geleden schade nader te onderbouwen, waarna verweerder de gelegenheid heeft om hierop binnen vier weken te reageren.