ECLI:NL:CBB:2021:901

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
20 september 2021
Zaaknummer
20/868
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing tegemoetkoming op basis van Beleidsregel COVID-19

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 september 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een schoonmaakbedrijf tegen de afwijzing van een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. De appellante, een schoonmaakbedrijf dat voornamelijk werkzaam is voor McDonald's filialen, had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming, maar deze was door de minister van Economische Zaken en Klimaat afgewezen. De minister oordeelde dat de SBI-code waaronder de onderneming geregistreerd stond, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel was opgenomen, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden.

De appellante voerde aan dat zij feitelijk was getroffen door de coronamaatregelen, omdat haar opdrachtgevers, de McDonald's filialen, gesloten waren. Daarnaast stelde zij dat andere ondernemingen met dezelfde SBI-code wel tegemoetkomingen hadden ontvangen, en deed een beroep op het gelijkheidsbeginsel. Het College heeft echter geoordeeld dat de minister zijn beleid consistent had toegepast en dat de SBI-code van de appellante niet voldeed aan de voorwaarden van de Beleidsregel. Het College verwees naar eerdere uitspraken waarin was vastgesteld dat de Beleidsregel als buitenwettelijk begunstigend beleid moet worden aangemerkt, en dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid consistent is toegepast.

Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard, omdat de appellante niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een schending van het gelijkheidsbeginsel. De uitspraak werd gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, met J.S. Nooren als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 21 september 2021.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/868

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 september 2021 in de zaak tussen

[naam BV] , te [plaats] , appellante

(gemachtigde: I. Garlemos),
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder,

(gemachtigde: mr. C.J.M. Daniels).

Procesverloop

Bij besluit van 23 juni 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder geweigerd appellant een tegemoetkoming te verstrekken op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel).
Bij besluit van 18 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Met toestemming van partijen is afgezien van een behandeling ter zitting, waarna het College het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft gesloten.

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
1. Appellant heeft een aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel ingediend.
2. Over de onderneming van appellante was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code [.....] (interieurreiniging van gebouwen) opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘schoonmaakbedrijf’.
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. In het bestreden besluit heeft verweerder geoordeeld dat de SBI-code waarmee appellante op de peildatum stond geregistreerd, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel staat. Van bijzondere omstandigheden die maken dat verweerder ten gunste van appellante moet afwijken van de Beleidsregel is niet gebleken, aldus verweerder.
Standpunt appellante
4. Appellante voert aan dat zij feitelijk is getroffen door de coronamaatregelen. Doordat haar enige opdrachtgevers 7 McDonalds filialen zijn, wordt zij getroffen door sluiting van de horeca. Hierdoor heeft zij ook recht op tegemoetkoming. Daarnaast doet zij een beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat andere onderneming met dezelfde werkzaamheden en SBI-code wel de tegemoetkoming hebben ontvangen.
Beoordeling door het College
5. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer opgenomen dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
6. Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. In het geval van appellante heeft verweerder de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
7. Appellante heeft gesteld maar niet aannemelijk gemaakt dat er een schending is van het gelijkheidsbeginsel. Het beroep daarop slaagt daarom niet.
Conclusie
8. Het beroep tegen het bestreden besluit is ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W.C.M. van Emmerik, in aanwezigheid van J.S. Nooren, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 september 2021.
de voorzitter is verhinderd de de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen uitspraak te ondertekenen