ECLI:NL:CBB:2021:603
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit minister van Landbouw inzake GLB-betalingsrechten en perceelsoppervlakte
In deze zaak heeft appellant, een agrariër, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetalingen voor het jaar 2019. Het primaire besluit, genomen op 18 december 2019, stelde het uit te betalen bedrag vast op € 34.281,16. Na bezwaar van appellant heeft de minister op 3 april 2020 het primaire besluit herroepen en het uit te betalen bedrag verhoogd naar € 34.385,11. Appellant was echter niet tevreden met de vaststelling van de oppervlakte van verschillende percelen, die hij groter wilde laten vaststellen dan de minister had gedaan. Tijdens de zitting op 25 februari 2021 heeft appellant zijn argumenten toegelicht, waarbij hij stelde dat er duidelijke veranderingen in het veld waren die niet waren meegenomen in de beoordeling van de minister. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de beroepsgronden van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de minister de 2%-marge correct had toegepast en dat er geen sprake was van duidelijke veranderingen in het veld die een herbeoordeling van de percelen rechtvaardigden. Het College oordeelde dat de minister voldoende zorgvuldig had gehandeld en dat het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. H.L. van der Beek, met mr. C.H.R. Mattheussens als griffier, en vond plaats op 15 juni 2021.