ECLI:NL:CBB:2021:556
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechten en de gevolgen van het fosfaatrechtenstelsel voor melkveehouders
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 juni 2021, zaaknummer 20/176, staat de vaststelling van fosfaatrechten centraal. Appellant, een melkveehouder, heeft in 2008 geïnvesteerd in de bouw van een ligboxenstal, maar pas in 2014 deze stal ingericht en een melkrobot geplaatst. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op basis van artikel 23, derde lid, van de Meststoffenwet het fosfaatrecht van appellant vastgesteld. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar zijn bezwaar werd ongegrond verklaard. Hij stelt dat het fosfaatrechtenstelsel inbreuk maakt op zijn eigendomsrecht zoals vastgelegd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EP). Het College oordeelt dat appellant niet heeft aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legt. De investeringen die appellant heeft gedaan, zijn niet navolgbaar gezien de omstandigheden rondom de afschaffing van het melkquotum. Het College concludeert dat de belangen van het fosfaatrechtenstelsel, dat gericht is op milieu- en volksgezondheidsbescherming, zwaarder wegen dan de belangen van appellant. Desondanks wordt appellant een schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.