Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 mei 2021 in de zaak tussen
[naam 1] , te [plaats] , appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Gezien het tijdstip waarop de investeringen zijn gedaan acht het College de beslissingen om te investeren in een verdubbeling van de veestapel, mede bezien in het licht van de afschaffing van het melkquotum en de maatregelen die in verband met die afschaffing te verwachten waren waarover het College in de uitspraak van 23 juli 2019 (onder 6.7.5.4) heeft geoordeeld, niet navolgbaar. Het had voor melkveehouders al vanaf het moment dat bekend werd dat het melkquotum zou worden afgeschaft en bijgevolg een einde zou komen aan de begrenzing van mestproductie voor rundvee, redelijkerwijs duidelijk moeten zijn dat een ongeremde groei van de melkveehouderij niet mogelijk was en dat in verband met die afschaffing maatregelen te verwachten waren. Al in 2013 is gewaarschuwd dat (dreigende) overschrijding van het fosfaatproductieplafond kon leiden tot productiebeperkende maatregelen, waaronder dierrechten. Ook daarna zijn in aanloop naar de afschaffing van het melkquotum nog verschillende soortgelijke waarschuwingen vanuit de markt en de overheid gevolgd. Het bedrijf had daarom ten tijde van de investeringsbeslissingen een zekere mate van voorzichtigheid kunnen en moeten betrachten en zich moeten realiseren dat de uitbreiding voor hem meer dan de gebruikelijke ondernemersrisico’s met zich zou brengen. Het stroeve verloop van de vergunningverlening vormt wellicht een verklaring voor de late uitbreiding. Een bijzondere omstandigheid die maakt dat de late investeringsbeslissingen wel navolgbaar zijn is het echter niet. Vertragingen in het vergunningverleningstraject behoren namelijk tot het ondernemersrisico van het bedrijf. Ook de gezondheidsproblemen van de vennoot in 2013 geven geen aanleiding voor een andere conclusie. Niet is inzichtelijk gemaakt wat de concrete gevolgen van de gezondheidsproblemen zijn geweest voor uitvoering van de uitbreidingsplannen. Dat is te meer relevant omdat de omgevingsvergunning voor de nieuwe stal pas na de gezondheidsklachten, namelijk in maart 2014, is verleend.