ECLI:NL:CBB:2021:513
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechtenstelsel en individuele en buitensporige last voor melkveehouders
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 mei 2021, zaaknummer 20/154, staat de vraag centraal of het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt aan de appellanten, een melkveebedrijf. De appellanten hebben in maart 2015 aanzienlijke investeringen gedaan voor de uitbreiding van hun bedrijf, met plannen om hun veestapel uit te breiden van 113 naar 175 melk- en kalfkoeien. Echter, op de peildatum van 2 juli 2015 voldeden zij niet aan de voorwaarden voor de toekenning van extra fosfaatrechten, omdat hun bedrijf niet volledig grondgebonden was en zij niet konden aantonen dat hun investeringen economisch noodzakelijk waren. Het College oordeelt dat de appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel hen een individuele en buitensporige last oplegt. De investeringen zijn gedaan in een periode waarin de afschaffing van het melkquotum en de bijbehorende maatregelen al voorzienbaar waren. Het College concludeert dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van de appellanten, en dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand is gekomen en voldoende is gemotiveerd. Het beroep van de appellanten wordt ongegrond verklaard.