ECLI:NL:CBB:2021:506
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechtenstelsel en individuele lasten voor melkveehouders
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 mei 2021, zaaknummer 20/177, staat de vraag centraal of het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt aan de appellant, een melkveehouder. De appellant heeft in 2014 financiële verplichtingen aangegaan voor de uitbreiding van zijn bedrijf, maar stelt dat het fosfaatrechtenstelsel hem dwingt om runderen te verkopen, wat zijn recht op eigendom aantast. Het College oordeelt dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat het stelsel een buitensporige last vormt. De investeringen die de appellant heeft gedaan, zijn niet navolgbaar gezien de afschaffing van het melkquotum en de te verwachten maatregelen. Het College wijst erop dat de appellant niet heeft onderbouwd dat de vertraging in zijn uitbreidingsplannen door bestemmingsplanprocedures en onteigeningsprocedures hem niet in staat heeft gesteld om eerder te investeren. De appellant heeft ook niet aangetoond dat er sprake is van een bedrijfseconomische noodzaak voor de uitbreiding. Het College concludeert dat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van de appellant, en verklaart het beroep ongegrond.