ECLI:NL:CBB:2021:451

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
26 april 2021
Publicatiedatum
23 april 2021
Zaaknummer
20/788
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing tegemoetkoming op basis van Beleidsregel COVID-19

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 april 2021 uitspraak gedaan in het beroep van [naam] B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat. De appellante had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19. Het primaire besluit van 19 mei 2020, waarin de aanvraag werd afgewezen, werd door de minister gehandhaafd in het bestreden besluit van 5 augustus 2020. De minister stelde dat de SBI-code waaronder appellante geregistreerd stond, niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel was opgenomen, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de Beleidsregel rechtvaardigden.

Appellante voerde aan dat haar feitelijke werkzaamheden als DJ en evenementenorganisator wel degelijk overeenkwamen met de getroffen sectoren. Ze stelde dat de SBI-code foutief was geregistreerd en dat de Kamer van Koophandel (KvK) deze met terugwerkende kracht had aangepast. Het College oordeelde echter dat de minister zijn beleid consistent had toegepast en dat wijzigingen in het handelsregister na de peildatum niet in aanmerking konden worden genomen. Het College verwees naar eerdere uitspraken waarin was vastgesteld dat de Beleidsregel als buitenwettelijk begunstigend beleid moet worden aangemerkt, wat betekent dat alleen de consistentie van de toepassing kan worden getoetst.

Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, omdat de SBI-code waaronder appellante geregistreerd stond, niet op de lijst in Bijlage 1 stond en er geen aanknopingspunten waren voor een passende SBI-code. Er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/788

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2021 in de zaak tussen

[naam] B.V., te [plaats] , appellante,

en

de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder

(gemachtigde: mr. C.J.M. Daniels).

Procesverloop

Bij besluit van 19 mei 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder geweigerd appellante een tegemoetkoming te verstrekken op grond van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (Beleidsregel).
Bij besluit van 5 augustus 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard.
Met toestemming van partijen is afgezien van een behandeling ter zitting, waarna het College het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft gesloten.

Overwegingen

Aanleiding van deze procedure
1. Appellante heeft een aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel ingediend.
2. Over de onderneming van appellante was op 15 maart 2020 in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) de SBI-code 64.20 (financiële holdings) opgenomen, en als bedrijfsomschrijving ‘Het oprichten van, het deelnemen in, het samenwerken met, het financieren van, het zich op andere wijze interesseren bij, het voeren van beheer en van de directie over en het geven van adviezen en het verlenen van diensten aan andere vennootschappen en ondernemingen.’
3. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen. De SBI-code waarmee appellante is geregistreerd, staat niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel. Bij het bestreden besluit heeft verweerder beoordeeld dat de bedrijfsomschrijving niet onder een SBI-code in Bijlage 1 te brengen is. Van bijzondere omstandigheden die maken dat verweerder ten gunste van appellante moet afwijken van de Beleidsregel is niet gebleken.
Standpunt appellante
4. Appellante stelt dat haar feitelijke werkzaamheden als DJ en evenementenorganisator overeenkomen met die van de getroffen sectoren opgenomen in de SBI-codes van Bijlage 1. Doordat zij in de evenementensector werkzaam is, is appellante ernstig getroffen door de maatregelen. De SBI-code is vanaf dag één foutief geregistreerd in het handelsregister van de KvK. De KvK heeft, op verzoek van appellante, met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 de SBI-codes 90.01.2 (producenten van podiumkunst) en 90.01.1 (beoefening van podiumkunst) toegevoegd. Daar is door verweerder ten onrechte geen rekening mee gehouden.
Beoordeling door het College
5. Het College heeft verschillende uitspraken gedaan over de Beleidsregel. Het College verwijst naar de uitspraken van 22 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:992, ECLI:NL:CBB:2020:993, ECLI:NL:CBB:2020:994 en ECLI:NL:CBB:2020:995). Daarin is onder meer opgenomen dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de rechter alleen kan toetsen of het beleid op consistente wijze is toegepast.
6. Net als in genoemde uitspraken heeft verweerder zijn beleid in dit geval op consistente wijze toegepast. Verweerder hoeft geen rekening te houden met wijzigingen die in het handelsregister zijn doorgevoerd na de peildatum, ook niet als het gaat om wijzigingen met terugwerkende kracht. In het geval van appellante heeft verweerder de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Beleidsregel dan ook terecht afgewezen omdat de SBI-code waaronder appellante op 15 maart 2020 was geregistreerd, niet is vermeld in Bijlage 1.
7. Bij toepassing van de Beleidsregel toetst verweerder ook of de bedrijfsomschrijving, zoals die op de peildatum was geregistreerd, aanknopingspunten biedt voor een daarbij passende SBI-code die wel op de lijst in die Bijlage is vermeld. Verweerder heeft terecht geconstateerd dat daar in dit geval geen sprake van is. Ook in zoverre heeft verweerder zijn beleid consistent toegepast.
Conclusie
8. Het beroep tegen het bestreden besluit is ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, in aanwezigheid van J.S. Nooren, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2021.
de voorzitter is verhinderd de de griffier is verhinderd de
uitspraak te ondertekenen uitspraak te ondertekenen