ECLI:NL:CBB:2021:419
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrechten vastgesteld door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 20 april 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een maatschap tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De maatschap had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister waarin het fosfaatrecht van de appellante werd vastgesteld op 7.397 kg, gebaseerd op de dieraantallen die op 2 juli 2015 op het bedrijf aanwezig waren. De appellante stelde dat het fosfaatrechtenstelsel op haar een individuele en buitensporige last legde, mede door bijzondere omstandigheden zoals een bedrijfsverplaatsing en ziekte van een van de maten. Het College oordeelde echter dat de appellante niet voldeed aan de cumulatieve voorwaarden van de wettelijke regelingen die in dergelijke gevallen voorzien. Het College benadrukte dat de appellante, gezien het tijdstip van haar investeringen en de bekendheid met de afschaffing van het melkquotum, een zekere mate van voorzichtigheid had moeten betrachten. De investeringen die de appellante had gedaan, waren ondernemersrisico's die voor haar rekening kwamen. Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat de belangen van het milieu en de volksgezondheid zwaarder wogen dan de belangen van de appellante. De uitspraak werd gedaan door mr. W.C.E. Winfield, met mr. T. Kuiper als griffier.