ECLI:NL:CBB:2021:380
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechtenstelsel en individuele en buitensporige last voor melkveehouders
In deze zaak hebben appellanten, een maatschap die een melkveehouderij exploiteert, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit besluit betreft de vaststelling van het fosfaatrecht van appellanten op basis van de Meststoffenwet. Appellanten betogen dat het fosfaatrechtenstelsel hen een individuele en buitensporige last oplegt, omdat zij zich genoodzaakt zagen om hun bedrijf te herstructureren en te investeren in de melkveehouderij na de beëindiging van hun varkenstak. De minister heeft het bezwaar van appellanten ongegrond verklaard, wat hen ertoe bracht om beroep in te stellen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel hen een buitensporige last oplegt. Het College overweegt dat de investeringsbeslissingen van appellanten, genomen in 2014, niet navolgbaar zijn gezien de afschaffing van het melkquotum en de daarmee samenhangende risico's. Het College oordeelt dat de belangen van het fosfaatrechtenstelsel, dat gericht is op milieu- en volksgezondheidsbescherming, zwaarder wegen dan de belangen van appellanten. De uitspraak van het College is gedaan op 6 april 2021, waarbij het beroep van appellanten ongegrond is verklaard.