ECLI:NL:CBB:2021:368
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C. Stoové
- C.M.J. Rouwers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel in relatie tot investeringen in de melkveehouderij
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 6 april 2021, zaaknummer 19/1299, staat de beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel centraal. Appellante, een melkveehouderij, heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had op 5 januari 2018 het fosfaatrecht vastgesteld op 10.395 kg, gebaseerd op de dieraantallen die op 2 juli 2015 op het bedrijf aanwezig waren. Appellante betoogde dat het fosfaatrechtenstelsel haar eigendomsrecht aantast en dat zij onomkeerbare investeringen had gedaan zonder te kunnen anticiperen op de nieuwe regelgeving. Het College oordeelt dat de investeringen van appellante, gedaan in 2013 en 2015, niet navolgbaar zijn gezien het tijdstip en de omstandigheden. Het College stelt vast dat appellante zelf verantwoordelijk is voor de risico's van haar investeringsbeslissingen en dat de gevolgen van het fosfaatrechtenstelsel niet als een individuele en buitensporige last kunnen worden aangemerkt. De bescherming van het milieu en de volksgezondheid, en de verplichtingen uit de Nitraatrichtlijn wegen zwaarder dan de belangen van appellante. Het beroep wordt ongegrond verklaard.