ECLI:NL:CBB:2021:295
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel in relatie tot individuele en buitensporige lasten voor melkveehouders
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 maart 2021, zaaknummer 19/799, werd het beroep van appellante, een melkveehouderij, ongegrond verklaard. Appellante had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het fosfaatrecht van appellante was vastgesteld op 4.564 kg. Appellante stelde dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd was met artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) en dat het een individuele en buitensporige last op haar legde. Het College oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat het stelsel een buitensporige last vormde. Het College wees erop dat appellante in 2014 had gekozen om haar stal uit te breiden, terwijl het fosfaatrechtenstelsel al in zicht was. De investeringen die appellante had gedaan, werden niet als navolgbaar beschouwd, gezien de omstandigheden en het tijdstip van de investeringen. Het College concludeerde dat de bescherming van het milieu en de volksgezondheid zwaarder woog dan de belangen van appellante, en dat het bestreden besluit niet in strijd was met artikel 1 van het EP. Het beroep werd ongegrond verklaard, zonder dat er reden was voor een proceskostenveroordeling.