ECLI:NL:CBB:2021:226
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.L. Verbeek
- J.W.E. Pinckaers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrechtenstelsel en knelgevallenregeling in de Meststoffenwet
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij het fosfaatrecht van appellante is vastgesteld. De minister heeft op 5 januari 2018 het fosfaatrecht vastgesteld op basis van de dieraantallen op 2 juli 2015, en het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. Appellante betoogt dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat er sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Tevens stelt zij dat de knelgevallenregeling niet correct is toegepast, omdat haar bedrijf altijd een groeiend bedrijf is geweest en dat persoonlijke omstandigheden, zoals ziekte en echtscheiding van een van de leden van de maatschap, niet zijn meegewogen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de beroepsgrond dat de Nitraatrichtlijn onvoldoende grondslag biedt voor het stelsel van fosfaatrechten niet slaagt. De uitleg van de knelgevallenregeling biedt geen ruimte voor de door appellante bepleite uitleg, en de vraag of echtscheiding gelijk kan worden gesteld aan ziekte hoeft niet te worden beantwoord, omdat de 5%-drempel niet wordt gehaald. Het College concludeert dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.