In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 november 2020, zaaknummer 19/122, is de appellante, een maatschap, in beroep gegaan tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had het verzoek van appellante om verhoging van het fosfaatrecht afgewezen, omdat appellante niet als nieuw gestart bedrijf werd aangemerkt volgens artikel 72 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. De appellante stelde dat zij voldeed aan de voorwaarden voor een nieuw gestart bedrijf, maar het College oordeelde dat zij een bestaand bedrijf had overgenomen en daarom niet aan de voorwaarden voldeed. Het College oordeelde ook dat het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn gegrond was. De redelijke termijn was overschreden met meer dan vijf maanden, en het College kende een schadevergoeding toe van € 500,-, waarvan € 200,- voor verweerder en € 300,- voor de Staat der Nederlanden. De kosten van de procedure werden ook voor de helft aan appellante vergoed.