ECLI:NL:CBB:2020:813
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- T. Pavićević
- J.A.M. van den Berk
- D. Brugman
- Rechtspraak.nl
Vaststelling melkveefosfaatreferentie en de kwalificatie van gepachte percelen als landbouwgrond
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 november 2020 uitspraak gedaan in het geschil tussen een melkveehouder en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie (MVFR) voor het jaar 2013. De melkveehouder, appellant, betwistte dat de percelen grasland die hij van de luchthaven pachtte, buiten beschouwing mochten worden gelaten bij de vaststelling van de MVFR. De minister had deze percelen niet als landbouwgrond aangemerkt, omdat ze volgens de pachtovereenkomst niet tot het bedrijf van de appellant zouden behoren. Het College oordeelde dat de appellant niet de feitelijke beschikkingsmacht over de percelen had, gezien de beperkingen die de pachtovereenkomst met zich meebracht. De percelen waren bestemd voor luchtvaartdoeleinden en de appellant had niet de vrijheid om deze percelen naar eigen inzicht te gebruiken voor landbouwactiviteiten. Het College concludeerde dat de percelen terecht niet zijn betrokken bij de vaststelling van de MVFR, omdat de appellant niet in staat was om teelt- en bemestingsplannen in samenhang te realiseren. Het beroep van de appellant werd ongegrond verklaard.