Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 oktober 2020 in de zaken tussen
Anthura B.V., te Bleiswijk, appellante
de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
S&O-belastingplichtige systematisch georganiseerde en in een lidstaat van de Europese Unie verrichte werkzaamheden, direct en uitsluitend gericht op:
In het derde lid van artikel 1 van de Wva, zoals dat luidde ten tijde in geding, is bepaald dat voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel p, niet tot speur- en ontwikkelingswerk wordt gerekend: door de minister van Economische Zaken bij ministeriële regeling aangewezen andere werkzaamheden.
S&O-inhoudingsplichtige of door een lichaam dat deel uitmaakt van dezelfde fiscale eenheid als de S&O-inhoudingsplichtige voor zover deze betalingen:
.Of deze post deel uitmaakte van de aanvraag voor 2019 kan gezien het voorgaande in het midden blijven.
Bij het primaire besluit, gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder de verantwoorde uren, kosten en uitgaven voor prototypen met commerciële dan wel gebruikerswaarde met toepassing van artikel 25, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wva gecorrigeerd, overeenkomstig de herziene opgave van appellante. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de eerste mededeling van 29 maart 2017, voor zover die ziet op uren, kosten en uitgaven met betrekking tot prototypes met gebruikerswaarde, niet juist is omdat, zoals blijkt uit de uitspraak van het College van 5 februari 2019, de verkochte restplanten moeten worden aangemerkt als prototypes met gebruikerswaarde. De posten energiekosten, onderhoud van de kas, installaties en machines, kleine materialen en emballage zijn volgens verweerder niet op objectiveerbare wijze uitsluitend dienstbaar te maken. Het gaat hierbij om ondeelbare zaken. De veredelingskas, installaties en machines worden deels voor niet-S&O-activiteiten gebruikt en zijn daarmee dus niet uitsluitend dienstbaar aan S&O. Dit betekent dat de mogelijkheid om deze kosten toe te rekenen niet meer ter zake doet.