ECLI:NL:CBB:2020:742
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel en de generieke korting voor niet-grondgebonden bedrijven
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 20 oktober 2020, zaaknummer 19/399, staat de beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel centraal. Appellante, een melkveebedrijf, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het fosfaatrecht van appellante is vastgesteld en een generieke korting van 8,3% is toegepast. De minister heeft het fosfaatrecht vastgesteld op 12.762 kg, gebaseerd op de dieraantallen op 2 juli 2015. Appellante betoogt dat het fosfaatrechtenstelsel in strijd is met de Nitraatrichtlijn en dat de generieke korting ongeoorloofde staatssteun oplevert. Het College oordeelt dat de keuze van de wetgever om niet-grondgebonden bedrijven te korten met een generieke korting niet ontoelaatbaar is. Het College verwijst naar eerdere uitspraken waarin is bevestigd dat het fosfaatrechtenstelsel noodzakelijk is en niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn. De afwegingen van de wetgever vallen binnen zijn beoordelingsvrijheid. Het beroep van appellante wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.