ECLI:NL:CBB:2020:242
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vaststelling en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke context
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 7 april 2020, zaaknummer 18/2188, staat de appellante, een melkveehouderij, centraal. De zaak betreft de vaststelling van het fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellante had een melding Activiteitenbesluit gedaan voor de bouw van een stal en een PAS-melding voor de uitbreiding van het aantal dieren, maar deze meldingen zijn pas na de peildatum gedaan. Het College oordeelt dat appellante met haar investeringsbeslissingen vooruitgelopen is op de meldingen, waardoor er geen schending van artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) kan worden aangenomen. De investeringen die na de peildatum zijn gedaan, zijn voor eigen risico van appellante. Het College bevestigt dat de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de investeringsbeslissingen bij de melkveehouder ligt. Het beroep van appellante wordt afgewezen, maar het College oordeelt dat het bestreden besluit van de minister vernietigd moet worden wegens het niet toekennen van een vergoeding voor de gemaakte bezwaarkosten. De proceskosten worden vastgesteld op € 2.100,-.