1.2Ingevolge artikel 23, zesde lid, van de Msw bepaalt de minister, indien een landbouwer voor 1 april 2018 meldt en aantoont dat het reguliere fosfaatrecht minimaal vijf procent lager is door – voor zover hier van belang – diergezondheidsproblemen of dierziekten, het fosfaatrecht aan de hand van het melkvee waarover deze landbouwer zonder deze buitengewone omstandigheden zou hebben beschikt (de knelgevallenregeling).
2. Appellante exploiteert een melkveebedrijf in [plaats] . In de zomer van 2011 is de dierziekte Neospora caninum (de dierziekte) vastgesteld op het bedrijf. Op de peildatum 2 juli 2015 had het bedrijf 94 melk- en kalfkoeien en 56 stuks jongvee.
3. In het primaire besluit heeft verweerder het aantal fosfaatrechten vastgesteld op 4.161 kg. Verweerder is daarbij uitgegaan van de dieraantallen op 2 juli 2015. Verweerder heeft daarnaast de generieke korting van 8,3% toegepast. In het bestreden besluit heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de knelgevallenregeling omdat de 5 %-drempel niet wordt behaald.
4. Appellante stelt dat verweerder had moeten rekenen met de alternatieve peildatum 8 november 2014 en de melkproductie van 2014 of met de alternatieve peildatum 6 december 2010 en de melkproductie van 2010. Wat betreft de gevolgen van de dierziekte wijst zij op de sterke daling van de gemiddelde melkproductie vanaf 2010. In dat verband merkt zij op dat in juli en augustus 2011 op het bedrijf 24 abortussen hebben plaatsgevonden als gevolg van de dierziekte. Verder waren er als gevolg van de dierziekte ook andere vruchtbaarheidsproblemen op het bedrijf, zoals het moeilijker drachtig worden van de dieren. Positief geteste dieren zijn door natuurlijk verloop vervangen. Verder zijn 25 nieuwe, onbesmette, dieren aangekocht. Deze waren genetisch minder dan de dieren uit appellantes eigen veestapel. Pas in de tweede generatie – door fokkerij – is weer sprake van een koe die past bij het bedrijf. Deze dieren bleven in het begin dan ook achter in de melkproductie. Verder stelt appellante dat zij zonder de dierziekte in 2015 meer dieren zou hebben gehad dan zij nu had op de peildatum.
5. In het verweerschrift heeft verweerder erkend dat de in het bestreden besluit uitgevoerde berekening in het kader van de knelgevallenregeling niet juist is. Dit heeft zijns inziens geen invloed op het fosfaatrecht van appellante. Verweerder gaat thans uit van de alternatieve peildatum 12 juli 2011, zijnde de dag van de eerste verwerping van de dracht door een met de dierziekte besmet dier. Voorts gaat verweerder uit van de gemiddelde melkproductie van 2015. Immers niet is gebleken dat deze niet representatief zou zijn, nu deze heeft plaats gevonden met gezonde dieren. Verweerder wijst in dat verband op de uitspraak van het College van 6 augustus 2019 (ECLI:NL:CBB: 2019:336). Uitgaande van deze gegevens wordt de 5%- drempel evenmin gehaald. Verweerder volgt niet het standpunt van appellante dat de alternatieve peildatum gelegen zou moeten zijn in 2014 of in 2010, omdat de buitengewone omstandigheid – de dierziekte – zich reeds/eerst in de zomer van 2011 heeft voorgedaan.
6. Het College stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat het bedrijf van appellante in 2011 is getroffen door de dierziekte en dat dit een buitengewone omstandigheid is als bedoeld in de knelgevallenregeling.
7. Het College is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte 12 juli 2011 heeft aangehouden als alternatieve peildatum. Uit de stukken blijkt immers dat op deze datum sprake is geweest van een eerste verwerping van de dracht door een met de dierziekte besmet dier op het bedrijf van appellante. Van een eerdere verwerping als gevolg van een zodanige besmetting, met name op 2 of 5 juli 2011 zoals door appellante ter zitting is gesteld, blijkt niet uit de voorhanden zijnde gegevens. Voor het in aanmerking nemen van ofwel 8 november 2014 dan wel 6 december 2010 als alternatieve peildatum bestaat geen reden vanwege het ontbreken van een relatie van deze datums met het intreden van de dierziekte op het bedrijf.