ECLI:NL:CBB:2020:116
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechten en de toepassing van de knelgevallenregeling in het kader van de Meststoffenwet
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 februari 2020, zaaknummer 18/911, staat de toepassing van de knelgevallenregeling van de Meststoffenwet centraal. Appellante, een maatschap die een gemengd bedrijf exploiteert, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het fosfaatrecht van appellante is vastgesteld. De minister heeft het bezwaar van appellante kennelijk ongegrond verklaard, waarna appellante beroep heeft ingesteld. De zaak draait om de vraag of appellante recht heeft op een hogere toekenning van fosfaatrechten op basis van de knelgevallenregeling, omdat zij op de peildatum van 2 juli 2015 niet minder melkvee hield dan daarvoor. Het College oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling, omdat zij niet kan aantonen dat de veestapel op de peildatum kleiner was dan deze zou zijn geweest zonder de bijzondere omstandigheden. Bovendien wordt geoordeeld dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom zoals neergelegd in artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante.