Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 april 2019 op de hoger beroepen van:
[naam 2] B.V., te [plaats 2] ( [naam 2] ), appellanten
(gemachtigde: mr. M.J.J.E. Stassen),
appellanten
en
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (de minister),
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Nadere besluiten
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Beslissing
- verklaart de hoger beroepen, ingesteld door [naam 2] , niet‑ontvankelijk;
- verklaart de hoger beroepen, ingesteld door [naam 1] en voor zover deze betreffen de boetes voor het niet voldoen aan de verantwoordingsplicht van artikel 14 van de Msw, niet-ontvankelijk;
- vernietigt de aangevallen uitspraken voor zover de aan [naam 1] opgelegde boetes zijn bepaald op € 120.690,- (kenmerk SHE 16/1113), respectievelijk € 82.863,- (SHE 16/1111);
- bepaalt de boetes op een totaalbedrag van € 7.784,- en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de besluiten van 22 januari 2019;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van [naam 1] tot een bedrag van € 1.024,-;
- draagt de minister op de betaalde griffierechten van in totaal € 1.002,- aan [naam 1] te vergoeden.