Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 december 2018 in de zaak tussen
Handelsonderneming [naam 1] , te [plaats] , appellant
(gemachtigde: R.H.M. Beex),
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Het bestreden besluit komt in zoverre daarom voor vernietiging in aanmerking wegens strijd met de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (zie in dit verband de uitspraak van het College van 17 juli 2018, ECLI:NL:CBB:2018:342). Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. Het College ziet aanleiding de rechtgevolgen van het bestreden besluit voor zover dat wordt vernietigd in stand te laten, gelet op het navolgende.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan appellant te vergoeden.