ECLI:NL:CBB:2018:630
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over handhaving rookverbod in stadion Amsterdam Arena
In deze zaak heeft de commanditaire vennootschap Stadion Amsterdam C.V. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin werd geoordeeld dat de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport terecht een boete had opgelegd wegens het niet handhaven van het rookverbod in het stadion. De inspectie door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit op 17 april 2016 had aangetoond dat er in het stadion door bezoekers werd gerookt, ondanks het geldende rookverbod. De rechtbank oordeelde dat de tribunes van het stadion niet als 'open lucht' konden worden aangemerkt, omdat het dak van het stadion alleen boven het speelveld open kan zijn, en dat de tribunes overdekt zijn. De appellante betoogde dat de tribunes als een terras moesten worden beschouwd en dat het rookverbod daarom niet van toepassing was. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de verplichting tot het instellen, aanduiden en handhaven van een rookverbod ook onder overkappingen geldt. Het College concludeerde dat de appellante artikel 10 van de Tabakswet had overtreden en dat de staatssecretaris bevoegd was om een boete op te leggen. De uitspraak werd gedaan op 4 december 2018.