In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 1 mei 2024, zijn de beroepen van eiseressen tegen de opgelegde bestuurlijke boetes van € 600,- en € 1.200,- door [naam instantie] wegens overtredingen van de Tabaks- en rookwarenwet beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de door eiseressen ingerichte 'rookterrassen' niet voldoen aan de vereisten voor terrassen in de open lucht, aangezien deze inpandige ruimtes zijn die aan drie zijden en aan de bovenkant volledig afgesloten zijn. De rechtbank oordeelt dat de opgelegde boetes geschikt, noodzakelijk en evenwichtig zijn, en dat er geen strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank bevestigt dat eiseressen gehouden zijn om een rookverbod in hun horecainrichtingen in te stellen, aan te duiden en te handhaven. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, waardoor de bestuurlijke boetes in stand blijven.