In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 23 oktober 2018, met zaaknummers 17/1457 en 17/1458, zijn twee appellanten, [naam 1] B.V. en [naam 2] B.V., in beroep gegaan tegen de afwijzing van hun aanvragen voor S&O-verklaringen door de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat. De aanvragen betroffen projecten voor de ontwikkeling van nieuwe warmtepompen en besturingssystemen. De staatssecretaris had de aanvragen afgewezen op basis van het argument dat appellanten niet aannemelijk hadden gemaakt dat er sprake was van technische nieuwheid en risico's in de projecten.
De appellanten stelden dat hun projecten innovatief waren en voldeden aan de voorwaarden voor S&O-verklaringen, maar het College oordeelde dat de door hen verstrekte informatie onvoldoende was om aan te tonen dat de werkzaamheden als speur- en ontwikkelingswerk konden worden aangemerkt. Het College benadrukte dat voor het verkrijgen van een S&O-verklaring technische problemen en risico's moeten worden aangetoond, en dat de aanvragen niet alleen moesten voldoen aan de eisen van de Wva, maar ook voldoende specificiteit moesten bevatten.
Uiteindelijk verklaarde het College de beroepen ongegrond, omdat de appellanten niet konden aantonen dat hun werkzaamheden binnen de werkingssfeer van de Wva vielen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke en gedetailleerde aanvragen voor S&O-verklaringen, waarbij technische nieuwheid en risico's expliciet moeten worden aangetoond.