Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 februari 2017 op het hoger beroep van:
[naam] , te [plaats 1] , appellant
de minister van Economische Zaken(de minister)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
€ 3.750,-. Deze boete berustte op een basisboete van € 2.500,- voor een klassieke etherpiraat vanaf een vaste locatie. In het geval van appellant is de basisboete verhoogd met een opslag wegens aannemelijke storing van een legale radio-omroep. In zijn voornemenbrief van
5 december 2013 was de minister uitgegaan van een opslag van € 625,-, maar deze was gebaseerd op een verschrijving in het door een toezichthouder van het Agentschap Telecom opgemaakte Rapport van Bevindingen, waarin per abuis 92.2 MHz als uitzendfrequentie was vermeld. Uitgaande van deze 92.2 MHz was een frequentieafstand van 400 kHz met de legale zender [plaats 2] 92.6 vastgesteld. Uitgaande van de juiste uitzendfrequentie van 99.2 MHz is in het primaire besluit een frequentieverschil van 300 kHz met [plaats 2] 98.9 van [radio-omroep] vastgesteld, waarbij een opslag van € 1.250,- hoort. In verband met de rechtszekerheid heeft de minister in zijn besluit op bezwaar de lagere opslag van € 625,- gehanteerd, zodat in totaal een boete is opgelegd van € 3.125,-.