ECLI:NL:CBB:2017:400
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- H.L. van der Beek
- H.O. Kerkmeester
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bestuurlijke boete opgelegd op basis van de Meststoffenwet voor het niet naar waarheid opgeven van landbouwpercelen
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die op 2 augustus 2016 een eerder besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevestigde. De minister had op basis van een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een bestuurlijke boete van € 300,- opgelegd aan appellante wegens het niet naar waarheid opgeven van landbouwpercelen in de Gecombineerde Opgave 2014. De NVWA constateerde dat bepaalde opgegeven percelen niet als tot het bedrijf behorende landbouwgronden konden worden aangemerkt volgens de Meststoffenwet (Msw). De rechtbank oordeelde dat de minister voldoende aannemelijk had gemaakt dat appellante niet de feitelijke beschikkingsmacht over de percelen had, ondanks het bestaan van pachtovereenkomsten.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen sprake was van feitelijke beschikkingsmacht. Appellante stelde dat de beperkingen in de pachtovereenkomsten niet wezenlijk belemmerend waren voor het uitoefenen van landbouwactiviteiten. De minister heeft echter gemotiveerd verweer gevoerd, waarbij hij stelde dat de feitelijke beschikkingsmacht bij de verpachter lag, die beslissingen nam over het onderhoud en gebruik van de percelen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Het College oordeelde dat de rechtbank terecht belang heeft gehecht aan de voorwaarden in de pachtovereenkomsten en dat appellante niet de feitelijke beschikkingsmacht over de percelen had. De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke beschikkingsmacht in het kader van de Meststoffenwet en bevestigt de bevoegdheid van de minister om een bestuurlijke boete op te leggen voor overtredingen van de wet.