Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 oktober 2017 in de zaak tussen
Maatschap [naam] , te [plaats] , appellante
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
19 mei 2015) dat in artikel 5, zesde lid, van de Beleidsregel de situatie is geregeld van een zogeheten proefmaatschap, waarbij tussen de maten is afgesproken dat de maatschap door de andere oudere maten eenzijdig kan worden beëindigd. Van een proefmaatschap is in het onderhavige geval geen sprake. Het voorgaande betekent dat de wijze waarop verweerder artikel 5, zesde lid, van de Beleidsregel hier heeft toegepast niet verenigbaar is met de Uitvoeringsregeling en om die reden hier buiten toepassing moet worden gelaten.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 334,- aan appellante te vergoeden.
25 oktober 2017.
mede te ondertekenen