1.3Voor het diergeneesmiddel Ubrolexin geldt, ten tijde hier van belang, op grond van registratiebesluit 102306 van het College ter beoordeling van geneesmiddelen voor (orgaan)vlees een wachttermijn van 10 dagen. Voor het diergeneesmiddel Procapen geldt op grond van registratiebesluit 102321van het College ter beoordeling van geneesmiddelen voor (orgaan)vlees van runderen een wachttermijn van 14 dagen.
2. Bij het primaire besluit heeft verweerder een korting van 9% toegepast op alle
rechtstreekse betalingen die appellant in 2015 heeft aangevraagd omdat de inspecteur tijdens het controlebezoek op 8 mei 2015 heeft geconstateerd dat niet is voldaan aan de randvoorwaarde dat toevoegingsmiddelen voor diervoeder en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik correct worden toegepast, en dat het om een herhaling gaat, nu dit op 3 mei 2013 ook is geconstateerd. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de in het primaire besluit toegepaste korting gehandhaafd.
3. Op grond van de artikelen 91, 92 en 93 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (Verordening 1306/2013), dient een landbouwer die rechtstreekse betalingen ontvangt, de in bijlage II genoemde, uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen in acht te nemen. De beheerseisen als bedoeld in artikel 93 vloeien voort uit Bijlage II bij Verordening 1306/2013 waarin, voor zover hier van belang, in noot 3 wordt verwezen naar Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (Verordening 852/2004), in combinatie met punt 4.8 van de beheerseisen als bedoeld in artikel 3.1, aanhef en onder a, van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (Uitvoeringsregeling).
Verordening 852/2004 luidde, voor zover en ten tijde van belang, als volgt:
“Artikel 4
Algemene en specifieke hygiënevoorschriften
1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die zich bezighouden met primaire productie en de in bijlage I bedoelde, daarmee verband houdende bewerkingen, houden zich aan de algemene hygiënevoorschriften van bijlage I, deel A, alsmede aan alle andere specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 853/2004.
(…)
Bijlage I Primaire productie
Deel A: Algemene hygiënevoorschriften voor de primaire productie en daarmee verband houdende bewerkingen
(…)
4. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven die dieren fokken, oogsten of bejagen, of primaire producten van dierlijke oorsprong produceren, nemen afdoende maatregelen om, indien nodig:
(…)
j) toevoegingsmiddelen voor diervoeders en geneesmiddelen voor diergeneeskundig
gebruik correct toe te passen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving.
Het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen luidde, voor zover en ten tijde hier van belang als volgt:
1 Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen (…) 4, eerste, tweede, en derde lid, (…) van verordening (EG) 852/2004.”
De Uitvoeringsregeling luidde, voor zover en ten tijde hier van belang als volgt:
Artikel 3.1 Randvoorwaarden
Een landbouwer die een aanvraag heeft ingediend voor rechtstreekse betalingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, neemt de volgende bepalingen in acht:
a. de beheerseisen, bedoeld in artikel 93, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1306/2013, opgenomen in bijlage 3
(…).
Bijlage 3. bij artikel 3.1, onderdeel a
Beheerseisen als bedoeld in artikel 93, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1306/2013
(…)