Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 september 2016 in de zaak tussen
de vennootschap onder firma Firma [naam 1] , te [plaats] , appellante
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De Regeling is bovendien juist toegepast, omdat genoemd artikel wel onderscheid maakt tussen de aanvraag en verlening van een vergunning. Voor dit onderscheid is gekozen omdat projecten binnen zeven maanden gerealiseerd moeten zijn. Dit is kort voor het bouwen van een stal. Voorkomen moet worden dat subsidie wordt verleend voor projecten die niet tijdig worden afgerond en daarom niet gesubsidieerd worden. Dat de aanvraag van appellante slechts 0,25 punten scoort voor de aanvraag van de omgevingsvergunning is daarom juist volgens verweerder.
16 juli 2014 en dus voor het nemen van het primaire besluit een omgevingsvergunning is verleend doet daaraan niet af, reeds omdat, zoals verweerder terecht heeft aangevoerd, voor de beantwoording van de vraag of de aanvraag van appellante punten kan scoren voor de verleende of aangevraagde omgevingsvergunning het tijdstip van indiening van de aanvraag om steunverlening doorslaggevend is en niet het moment van de beoordeling van die aanvraag. Dit betekent dat de beroepsgrond faalt.