Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 juli 2016 op het hoger beroep van:
[naam 1] , te [plaats] , appellant
de staatssecretaris van Economische Zaken, de staatssecretaris
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Appellant heeft zich in hoger beroep ten aanzien van vracht 1 op het standpunt gesteld dat [naam 3] weliswaar niet heeft willen verklaren dat bij hem mest is uitgereden, maar dat logisch nadenken tot de conclusie moet leiden dat hij ook over diens land de mest moet hebben uitgereden. Als hij immers alle mest over zijn percelen met een omvang van 4 ha zou hebben uitgereden, in plaats van over 6,5 ha, dan zou dit tot overbemesting en verstikking van het gras hebben geleid, waardoor hij zijn schapen geruime tijd niet had kunnen weiden.