Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Stichting ’t Hollandsch Huys, te ‘s-Gravenhage, appellante
appellante
en
de Autoriteit Consument en Markt (ACM)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Zoals het College reeds eerder – onder andere in zijn uitspraak van 14 maart 2012, ECLI:NL:CBB:2012:BV9534 – heeft overwogen, staat naar Nederlands bestuursrecht geen rechtsregel eraan in de weg dat een bestuursorgaan terugkomt van een door hem genomen besluit, dat naar nationaal recht definitief is geworden, zelfs niet indien geen sprake is van nova. Indien het bestuursorgaan weigert van een definitief geworden besluit terug te komen, dient naar nationaal recht de bestuursrechter het oorspronkelijke besluit tot uitgangspunt te nemen en zich in beginsel te beperken tot de vraag of sprake is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden en zo ja, of het bestuursorgaan daarin aanleiding had behoren te vinden van het oorspronkelijke besluit terug te komen. Daarbij ligt het op de weg van de indiener van het verzoek om nieuwe feiten of veranderde omstandigheden naar voren te brengen. In het onderhavige geval, waarbij sprake is van een tweede verzoek om terug te komen op een eerder genomen besluit, dient de beoordeling beperkt te blijven tot de vraag of sprake is van nova ten opzichte van het besluit van 12 maart 2010, waarbij ACM het eerste verzoek van appellante om terug te komen van het besluit van ACM van 14 december 2001 heeft afgewezen.