ECLI:NL:RVS:2024:1784
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel na niet in behandeling nemen aanvraag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 13 juni 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 23 maart 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Rinkes, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris, op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, nadere schriftelijke inlichtingen verstrekt. Na het indienen van het hoger beroep heeft de staatssecretaris echter besloten om de asielaanvraag alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor heeft de vreemdeling zijn doel bereikt, wat betekent dat hij onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling zijn doel met de asielaanvraag heeft bereikt. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden, aangezien hij de aanvraag alsnog in behandeling heeft genomen als gevolg van het tijdsverloop. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 30 april 2024.