ECLI:NL:RVS:2024:1784

Raad van State

Datum uitspraak
30 april 2024
Publicatiedatum
29 april 2024
Zaaknummer
202303876/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel na niet in behandeling nemen aanvraag

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 13 juni 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 23 maart 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Rinkes, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.

Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris, op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, nadere schriftelijke inlichtingen verstrekt. Na het indienen van het hoger beroep heeft de staatssecretaris echter besloten om de asielaanvraag alsnog in behandeling te nemen. Hierdoor heeft de vreemdeling zijn doel bereikt, wat betekent dat hij onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling zijn doel met de asielaanvraag heeft bereikt. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden, aangezien hij de aanvraag alsnog in behandeling heeft genomen als gevolg van het tijdsverloop. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 30 april 2024.

Uitspraak

202303876/1/V3.
Datum uitspraak: 30 april 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 13 juni 2023 in zaak nr. NL23.9080 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 23 maart 2023 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 13 juni 2023 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.J.A. Rinkes, advocaat te Arnhem, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft op verzoek van de Afdeling nadere schriftelijke inlichtingen gegeven. De vreemdeling heeft daarop gereageerd.
Overwegingen
1.       Nadat de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld in deze zaak, heeft de staatssecretaris zijn asielaanvraag alsnog in behandeling genomen. De vreemdeling heeft onvoldoende belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep, omdat hij heeft bereikt wat hij met zijn hoger beroep beoogt doordat de staatssecretaris zijn asielaanvraag alsnog inhoudelijk in behandeling heeft genomen (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 7 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1253, onder 2).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. Hij heeft namelijk als gevolg van tijdsverloop de asielaanvraag alsnog in behandeling genomen. Hij is dus niet aan de vreemdeling tegemoetgekomen (zie de uitspraak van de Afdeling van 27 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:182, onder 2).
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.W. Schippers, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schippers
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 april 2024
873-985