ECLI:NL:RVS:2024:1781
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling inzake verblijfsvergunning asiel na niet in behandeling nemen aanvraag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 9 augustus 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag op 8 juni 2023 niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.K. Bulthuis, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Tijdens de procedure heeft de staatssecretaris, op verzoek van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, nadere schriftelijke inlichtingen verstrekt. Na het indienen van het hoger beroep heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van de vreemdeling alsnog in behandeling genomen. Hierdoor heeft de vreemdeling haar doel bereikt, wat betekent dat zij onvoldoende belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.
De Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat de vreemdeling haar doel al heeft bereikt. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden, aangezien hij de asielaanvraag alsnog in behandeling heeft genomen als gevolg van tijdsverloop, en niet omdat hij tegemoetkwam aan de vreemdeling. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 30 april 2024.