202107458/2/R2.
Datum uitspraak: 17 mei 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
Milieuvereniging Oosterhout, gevestigd te Oosterhout,
appellante,
en
de raad van de gemeente Oosterhout,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3613, heeft de Afdeling de raad opgedragen om de geconstateerde gebreken in het besluit van 28 september 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (inclusief Lint Oosteind), herziening 28 ([locatie] en Steenovensebaan 28)" te herstellen (hierna: het oorspronkelijke plan). Bij besluit van 28 februari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (inclusief Lint Oosteind), herziening 28 ([locatie] en Steenovensebaan 28)" gewijzigd vastgesteld.
Milieuvereniging Oosterhout heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om daarover een zienswijze naar voren te brengen.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Gebreken in het oorspronkelijke plan
1. De Afdeling heeft onder 13.2 van de tussenuitspraak geoordeeld dat een landschappelijke inpassing als bedoeld in het beplantings- en beheerplan, die op zich tot een goede landschappelijke inpassing leidt, niet voldoende is geborgd in het oorspronkelijke plan. Het oorspronkelijke plan is daarom ook in strijd met artikel 3.9 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (zie onder 16.3 van de tussenuitspraak). De Afdeling was verder onder 21.1 van de tussenuitspraak van oordeel dat het oorspronkelijke plan het ten onrechte mogelijk maakt om de bomenrijen langs de ontsluitingsweg te verwijderen, omdat binnen de bestemming "Verkeer" niet is verzekerd dat deze bomenrijen behouden blijven. Het oorspronkelijke plan is op dit punt in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) niet met de vereiste zorgvuldigheid vastgesteld.
2. Als gevolg van deze gebreken is het beroep van Milieuvereniging Oosterhout tegen het oorspronkelijke plan gegrond. Dit plan moet worden vernietigd voor zover daarin de landschappelijke inpassing en het behoud van de bomenrijen langs de ontsluitingsweg niet voldoende is verzekerd.
Het gewijzigde plan
3. De raad heeft in het gewijzigde plan de aanduiding "overige zone-landschappelijke inpassing" toegekend aan meer gronden dan in het oorspronkelijke plan. De raad heeft deze aanduiding toegekend aan de in het beplantings- en beheerplan opgenomen bomenrijen (vak 2 in het beplantings- en beheerplan) en ter plaatse van het ‘pleintje’ tussen de woningen (vak 5). Ook is aan de bomenrijen de aanduiding "specifieke vorm van groen- bomenrij" toegekend.
De raad heeft verder de planregels van de bestemming "Verkeer" gewijzigd. In de eerste plaats is nu in artikel 5.1.1, aanhef en onder j en k, bepaald dat de voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding en het beschermen van de bestaande bomenrij, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen- bomenrij" en voor de landschappelijke inpassing van bouwwerken en voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "overige zone - landschappelijke inpassing".
In de tweede plaats is artikel 5.1.2 opgenomen. Deze bepaling luidt als volgt:
"a Bestaande bomenrij
Op of in de gronden die nader zijn aangeduid met de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - bomenrij' is het verboden zonder, of in afwijking van, een omgevingsvergunning beplanting en bomen te vellen of te rooien.
b Landschappelijke inpassing
De gronden, die nader zijn aangeduid met de gebiedsaanduiding 'overige zone landschappelijke inpassing' mogen, naast de ingebruikname voor de toegangswegen naar de woningen, alleen warden (lees: werden) gebruikt voor landschappelijke in passing (lees: inpassing) van de in dit bestemmingsplan toegestane bouwwerken en voorzieningen. Daarnaast dienen deze gronden te warden (lees: werden) beheerd en in stand te warden gehouden, een en ander zoals weergegeven in het beplantings- en beheersplan dat als bijlage 2 bij deze regels is bijgevoegd."
In de derde plaats heeft de raad aan het einde van artikel 4.1.2 dat voor de bestemming "Groen" geldt, de volgende tekst toegevoegd: "Daarnaast dienen deze gronden te worden beheerd en in stand te worden gehouden, één en ander zoals weergegeven in het beplantings- en beheerplan dat als bijlage 2 bij deze regels is bijgevoegd."
4. Het gewijzigde plan komt niet geheel tegemoet aan het beroep van Milieuvereniging Oosterhout tegen het oorspronkelijke plan. Dit beroep is namelijk gericht tegen de bouw van de vijf ruimte-voor-ruimtewoningen op het perceel Steenovensebaan 28 en het gewijzigde plan maakt deze woningen nog steeds mogelijk. Zij heeft daarom op grond van artikel 6:19 van de Awb automatisch een beroep tegen het gewijzigde plan.
5. Milieuvereniging Oosterhout heeft naar aanleiding van het gewijzigde plan geen zienswijze ingediend en dus niet te kennen gegeven dat zij het daarmee niet eens is. Dit betekent dat zij geen beroepsgronden tegen het besluit tot vaststelling van dit plan heeft aangevoerd. Haar beroep tegen het gewijzigde plan is daarom ongegrond.
Proceskosten en griffierecht
6. De raad moet de proceskosten van Milieuvereniging Oosterhout en het door haar betaalde griffierecht vergoeden, omdat haar beroep tegen het oorspronkelijke plan gegrond is.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van Milieuvereniging Oosterhout tegen het besluit van de raad van de gemeente Oosterhout van 28 september 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (inclusief Lint Oosteind), herziening 28 ([locatie] en Steenovensebaan 28)" gegrond;
II. vernietigt het besluit van 28 september 2021 voor zover daarin de landschappelijke inpassing en het behoud van de bomenrijen langs de ontsluitingsweg niet voldoende is verzekerd;
III. verklaart het beroep van Milieuvereniging Oosterhout tegen het besluit van de raad van de gemeente Oosterhout van 28 februari 2023 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (inclusief Lint Oosteind), herziening 28 ([locatie] en Steenovensebaan 28)" ongegrond;
IV. veroordeelt de raad van de gemeente Oosterhout tot vergoeding van bij Milieuvereniging Oosterhout in verband met de behandeling van haar beroep tegen het besluit van 28 september 2021 opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.683,78, waarvan € 1.647,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V. gelast dat de raad van de gemeente Oosterhout aan Milieuvereniging Oosterhout het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 360,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. B. Meijer, voorzitter en mr. J. Gundelach en mr. J.J.W.P. van Gastel, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Meijer
voorzitter
w.g. Van Driel Kluit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2023
703