ECLI:NL:RVS:2023:1593

Raad van State

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
202300859/1/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdelingen tegen niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvragen door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van vreemdelingen die in eerste aanleg niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De besluiten van 1 maart 2022, waarbij de aanvragen zijn afgewezen, zijn door de rechtbank Den Haag op 7 februari 2023 in een eerdere uitspraak ongegrond verklaard. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A. van der Toorn, hebben tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.

De vreemdelingen hebben in hun hoger beroep onder andere geklaagd over het oordeel van de rechtbank dat hun betoog over Chili als niet veilig derde land een nieuwe beroepsgrond zou zijn. De Raad van State oordeelt dat deze grief terecht is voorgedragen, maar leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De staatssecretaris is niet verplicht om een lijst van veilige derde landen te hanteren, en het betoog van de vreemdelingen kan hen daarom niet baten.

Uiteindelijk bevestigt de Raad van State de uitspraak van de rechtbank, met verbetering van de gronden waarop deze rust. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 26 april 2023, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

202300859/1/V2.
Datum uitspraak: 26 april 2023
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[vreemdeling 1] en [vreemdeling 2], mede voor hun minderjarige kinderen, en [vreemdeling 3],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 7 februari 2023 in zaken nrs. NL22.3828, NL22.3830 en NL22.3825 in het geding tussen:
de vreemdelingen
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluiten van 1 maart 2022 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 7 februari 2023 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. A. van der Toorn, advocaat te Roermond, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       In de eerste grief klagen de vreemdelingen over het oordeel van de rechtbank dat hun betoog dat Chili niet meer op een lijst van veilige landen staat, een geheel nieuwe beroepsgrond is en dat het in strijd met de goede procesorde is om deze eerst op de zitting naar voren gebrachte beroepsgrond bij haar beoordeling te betrekken. De grief is terecht voorgedragen, omdat dit betoog op de zitting een nadere toelichting is van de op 14 maart 2022 schriftelijk naar voren gebrachte beroepsgrond dat Chili voor hen geen veilig derde land is. De grief leidt echter niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De staatssecretaris is namelijk niet verplicht een lijst van veilige derde landen te hanteren (uitspraak van de Afdeling van 13 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3378, onder 2.2) en hanteert die ook niet. Het betoog kan de vreemdelingen daarom niet baten. Dit brengt met zich dat ook de tweede grief faalt.
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd met verbetering van de gronden waarop zij rust. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, voorzitter, en mr. C.J. Borman en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Trox, griffier.
w.g. Steendijk
voorzitter
w.g. Trox
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 april 2023
968