ECLI:NL:RVS:2023:1612
Raad van State
- Hoger beroep
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- J.R. Trox
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning asiel
Op 26 april 2023 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdeling had op 1 maart 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank Den Haag had op 7 februari 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarop de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld, vertegenwoordigd door mr. A. van der Toorn, advocaat te Roermond.
In de overwegingen van de Raad van State werd vastgesteld dat de grieven van de vreemdeling niet leidden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de tweede grief geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd met verbetering van de gronden waarop deze rustte. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.