ECLI:NL:RVS:2022:4004
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak betreffende machtiging tot voorlopig verblijf
Op 18 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor vier vreemdelingen ingewilligd. De staatssecretaris bepaalde dat de vreemdelingen vanaf 18 april 2023 een afspraak konden maken bij de Nederlandse ambassade in Istanbul om een mvv-sticker aan te vragen. De rechtbank Den Haag heeft op 23 december 2022 het beroep van de vreemdelingen gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd voor zover het de datum van de afspraak betreft. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 december 2022 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris verzocht om schorsing van de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat de staatssecretaris al had ingestemd met de mvv-aanvraag en dat de uitvoering van de uitspraak van de rechtbank geen onevenredige inspanning vereiste. Het belang van de vreemdelingen om eerder hun mvv-sticker te ontvangen, woog zwaarder dan het belang van de staatssecretaris om geen uitvoering te geven aan de uitspraak van de rechtbank.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek van de staatssecretaris afgewezen en hem veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die in totaal € 759,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, in aanwezigheid van griffier mr. Y.W.E. Senden, en werd openbaar uitgesproken op 29 december 2022.