Uitspraak
Datum uitspraak: 10 juni 2020
BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State
In deze zaak gaat het om een omgevingsvergunning die op 21 februari 2019 door het college van burgemeester en wethouders van Oldambt is verleend voor het realiseren van een privé-schietbaan op een perceel in Winschoten. Het perceel heeft de bestemming 'Wonen' volgens het bestemmingsplan 'Buitengebied Oldambt', en het gebruik als schietbaan is daarmee in strijd. De vergunninghouder heeft in 2016 een aanvraag ingediend voor de omgevingsvergunning, maar de appellant, die naast het perceel woont, heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De rechtbank Noord-Nederland heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarna de appellant in hoger beroep is gegaan.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak zonder zitting behandeld, omdat geen van de partijen gebruik heeft gemaakt van het recht om te worden gehoord. De Afdeling heeft overwogen dat de appellant niet kan worden gevolgd in zijn betoog dat de vergunninghouder geen belanghebbende is, omdat er inmiddels een koopovereenkomst is getekend tussen de gemeente en de vergunninghouder. De Afdeling heeft ook geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening niet van toepassing is, maar dat dit niet leidt tot vernietiging van de uitspraak.
De Afdeling heeft geconcludeerd dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen, omdat het gebruik van de schietbaan als privégebruik is toegestaan en er geen aanwijzingen zijn dat het college misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.