Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 februari 2021 in de zaak tussen
1.
het college van burgemeester en wethouder van de gemeente De Bilt, verweerder
[A]en
[B](vergunninghouders), te [plaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het realiseren van twee burgerwoningen nabij een geitenhouderij. Eiser, vertegenwoordigd door mr. F.K. van Wijk, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, dat op 11 februari 2020 een omgevingsvergunning heeft verleend aan vergunninghouders voor de bouw van de woningen. Eiser betoogde dat de vergunning in strijd was met de redelijke eisen van welstand en dat het gezondheidsrisico voor vergunninghouders niet in acht was genomen. De rechtbank oordeelde dat het gezondheidsrisico voor vergunninghouders geen belang van eiser is en dat hij niet belemmerd wordt in zijn bedrijfsvoering. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de vergunning terecht was verleend, omdat er geen strijd was met de redelijke eisen van welstand en de omgevingsvergunning een goede ruimtelijke ordening waarborgde. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de beroepsgrond van eiser over de bestemming 'sport' niet slaagde, omdat de aanvraag niet op die gronden was gebaseerd. De rechtbank heeft de beslissing op 22 februari 2021 openbaar gemaakt en de partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.