ECLI:NL:RVS:2018:1784
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestemmingsplan Kernen Emst en Oene en de bestemming Recreatie - Recreatiewoning
In deze zaak heeft de Raad van State op 30 mei 2018 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan 'Kernen Emst en Oene', vastgesteld door de raad van de gemeente Epe op 14 september 2017. Appellante, wonend te Emst, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij het niet eens was met de bestemming van haar woning. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op 4 mei 2018. De appellante betoogde dat haar woning ten onrechte niet volledig als zodanig is bestemd, aangezien de oppervlakte van de woning feitelijk groter is dan wat op grond van het plan is toegestaan. De raad heeft de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoning' toegekend aan het perceel van appellante, maar heeft het gebruik voor permanente bewoning niet toegestaan. De Afdeling oordeelde dat de raad niet voldoende had onderbouwd waarom het bestaande gebruik voor permanente bewoning niet als zodanig was bestemd. De Afdeling concludeerde dat het bestreden besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht en heeft het besluit vernietigd. De raad is opgedragen om binnen 16 weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante.