ECLI:NL:RVS:2016:2499
Raad van State
- Hoger beroep
- J.A. Hagen
- Th.C. van Sloten
- B.J. Schueler
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen handhavingsbesluit inzake opslag van stenen en grond op perceel te Hapert
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Bladel tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Het college had op 28 augustus 2014 een dwangsom opgelegd aan [appellant sub 2], die eigenaar is van een perceel in Hapert, om de opslag van stenen en grond te beëindigen. [appellant sub 2] betoogde dat deze opslag onder het overgangsrecht viel, wat het college betwistte. De rechtbank oordeelde dat de opslagactiviteiten deels onder het overgangsrecht vallen, wat het college niet accepteerde en hoger beroep instelde. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college niet voldoende had aangetoond dat de opslag in strijd was met het bestemmingsplan. Het college had ook geen belangen van derden aangetoond die in het geding waren. De rechtbank had terecht overwogen dat de vaststellingsovereenkomst, die het resultaat was van mediation, van toepassing was en dat het college zich hieraan diende te houden. Het incidenteel hoger beroep van [appellant sub 2] werd eveneens ongegrond verklaard. De uitspraak bevestigde dat de handhaving niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten.