ECLI:NL:RVS:2016:177
Raad van State
- Herziening
- H. Troostwijk
- E. Steendijk
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak inzake vreemdelingenrecht
Op 19 januari 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak in een vreemdelingenzaak. De vreemdelingen hadden op 8 oktober 2015 verzocht om herziening van de uitspraak van 20 mei 2015, waarin het hoger beroep van de staatssecretaris tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 1 september 2014 gegrond was verklaard. In die eerdere uitspraak was de uitspraak van de rechtbank vernietigd en was het beroep van de vreemdelingen ongegrond verklaard. De vreemdelingen stelden dat er feiten en omstandigheden waren die niet bekend waren ten tijde van de eerdere uitspraak, en die tot een andere beslissing hadden kunnen leiden.
De Afdeling heeft het verzoek tot herziening beoordeeld aan de hand van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt dat een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op grond van feiten die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, maar niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. De vreemdelingen baseerden hun verzoek op een brief van de staatssecretaris van 15 september 2015, waarin deze stelde dat er een onjuiste uitleg was gegeven aan zijn eerdere brief aan de Tweede Kamer.
De Afdeling oordeelde dat herziening een buitengewoon rechtsmiddel is en dat alleen feiten van feitelijke aard tot herziening kunnen leiden. Argumenten die betrekking hebben op een onjuiste rechtsopvatting kunnen niet leiden tot herziening. Gezien deze overwegingen werd het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.