ECLI:NL:RVS:2014:208
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 21 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vreemdeling en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De vreemdeling had op 31 juli 2013 een brief ontvangen waarin de staatssecretaris hem opdroeg Nederland onmiddellijk te verlaten. Hiertegen heeft de vreemdeling op 1 augustus 2013 beroep ingesteld. De staatssecretaris heeft vervolgens een verweerschrift ingediend en het onderzoek is gesloten.
De Afdeling overweegt dat de opdracht van de staatssecretaris om Nederland onmiddellijk te verlaten geen ander rechtsgevolg heeft dan het eerder genomen terugkeerbesluit van 2 mei 2012, dat inmiddels in rechte onaantastbaar was geworden. De staatssecretaris heeft in de brief van 31 juli 2013 geen wijziging aangebracht in de vertrektermijn die aan de vreemdeling was opgelegd. De Afdeling concludeert dat de opdracht om Nederland te verlaten geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen beroep kon worden ingesteld.
Daarom verklaart de Afdeling zich onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. H. Troostwijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T. van Goeverden-Clarenbeek, ambtenaar van staat. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 januari 2014.